De Griekse filosoof Plato.
Als zoveel jongelingen met interesse voor filosofie begon ik met het lezen van Plato, Nietzsche en Sartre. Van alle drie kan gezegd worden dat het behoorlijk goede schrijvers zijn en dat maakt ze een stuk toegankelijker dan veel andere filosofen. (Later leerde ik bijvoorbeeld Schopenhauer kennen die ook begrijpelijk schrijft.)
Voor Plato bestaat de menselijke ziel uit denken, wil en begeerte. Van die drie is alleen het denken onsterfelijk. In zijn visie is er een soort wereldziel waar dat individueel denken deel van uit maakt, zonder begin of einde. Kennis is niet nieuw, maar herinnering vanuit vorige belichamingen van die wereldziel. (‘… er was licht’)
Het stoffelijke, de waarneming en de beleving daarvan, is slechts een afleiding van het ware, geestelijke leven. Dat stoffelijke, op basis waarvan mensen vaak menen iets te weten, laat steeds wisselende verschijningsvormen zien in plaats van de dingen zoals ze zijn, onvergankelijk en onveranderlijk.
Bij Plato stonden kunstenaars daarom in een laag aanzien. De kunst is onmachtig het wezenlijke zichtbaar te maken en is niet meer dan het nabootsen van een schijnbeeld. Zo missen kunstenaars de deskundigheid die bijvoorbeeld een meubelmaker nog wél heeft, omdat die tenminste een bruikbare realisatie maakt.
Plato heeft het wel over de mimetische kunsten. (In zijn tijd werd er naar de natuur gewerkt.) Zijn kritiek gold verder ook de schrijvers, voornamelijk dichters, juist waar ze de lezer meeslepen en betoveren. Die nabootsing verstrikt de mens dan in emoties en illusies, waar alleen bezinning kan leiden naar werkelijk inzicht.
Muziek stond in een hoger aanzien, en zeker de mathematica, dat door bijvoorbeeld abstractie reikt naar pure vormen. Maar een focus op de zichtbare natuur, zoals bij kunst en natuurwetenschap, was niet meer dan het afbeelden of bestuderen van verschijningsvormen, in tegenstelling tot (wel ja) de filosofie.
Niet echt een inspiratiebron voor beeldend kunstenaars, zo op het eerste gezicht. Maar kunst dat afbeeldt wat het oog ziet heeft nooit werkelijk mijn interesse gehad. En ook fotografie boeit me niet echt. Voor mij moet kunst dieper reiken, haast metafysisch zijn. Het stoffelijke ontstijgen, als dat geen invloed van Plato is…
Abstractie trok mij van jongs af. En hoewel er in mijn beeldend werk genoeg realistische elementen te vinden zijn (al probeer ik puur afbeelden te vermijden), hecht ik eigenlijk meer waarde aan mijn abstractere, vaak mathematische werk. Dat lijkt me dichter bij het ware, de oorsprong te staan. Bij de wereldziel?
Ironisch dat Plato zélf vaak gelezen wordt om zijn literaire kwaliteit. Wat zou hij daar van gevonden hebben? Op de foto staat een werk van Barnett Newman (‘Cathedra’), ooit kapot gesneden door iemand die meende dat er te weinig aandacht was voor échte (natuurlijk mimetische) beeldende kunst… (Kunst en metafysica 2)
Februari 2016.