John Kersten

Beeldende Kunst

eigen werk oorspronkelijk Romantiek Verlichting

Over een moeizame weg.

Onder ‘beeldend kunstenaars’ versta ik allereerst degenen die iets scheppen vanuit hoe zij de wereld beléven en niet vanuit hoe deze is. Daarmee zijn uitvoerenden en kopiisten uitgesloten, al kan hun werk zeker van een hoog niveau zijn. Ik zeg niet dat ‘naar de natuur’ schilderen of beeldhouwen geen kunst kan zijn, maar het moet wel mensen intuïtief raken. Anders blijft het een ambacht en het werk slechts een nabootsing. Dat is al een romantisch standpunt en net als ikzelf zijn die oorspronkelijke kunstenaars vaak romantici.

Als stroming is de Romantiek te plaatsen rond het begin van de negentiende eeuw. De romantici zetten zich af tegen de hoge waardering van de ratio tijdens de Verlichting. Die visie valt goed te zien bij de filosoof Immanuel Kant: hij achtte vrouwen inferieur, omdat dezen de intuïtie zouden volgen, terwijl mannen zich door de rede zouden laten leiden. Voor de romantici is juist de subjectieve beleving (“iets bovennatuurlijks dat geest en zinnen bekoort”: Jean-Jacques Rousseau) en niet de rationele kennis het uitgangspunt.

De Romantiek is een benaderende term die gemakkelijk te bestrijden is. Zo kun je evengoed stellen dat er altijd romantici zijn geweest en waarschijnlijk er altijd zullen zijn. Ikzelf ben slechts gedeeltelijk een romanticus: waar het over de kunsten gaat of over mijn hoop op een betere wereld. Verder ben ik een behoorlijk verstandelijk denkend mens. De rede schat ik echter niet hoger in dan de intuïtie. “We hebben beiden nodig en ze werken ook samen”, volgens psycholoog Gerd Gigerenzer kortgeleden in dagblad ‘Trouw’.

Aan de basis van de wil iets nieuws te scheppen ligt een fundamentele onvrede met het bestaande, wat kan leiden tot existentiële problemen. Veel mensen zullen zich weleens afgevraagd hebben waarom juist kunstenaars zo’n moeizaam leven hebben en zelfs zelfvernietigend zijn (depressie, alcohol en andere drugs, zelfdoding): simpel door de verstoring van het evenwicht tussen beleving en werkelijkheid. “Het klassieke noem ik het gezonde en het romantische het zieke” aldus Johann Wolfgang von Goethe.

Binnen dat gegeven ligt ook de reden vanwaar veel kunstenaars onzeker of ontevreden zijn over wat ze maken. Hun schepping behoort nu tot het bestaande, niet langer een verbeelding. In het liedje ‘Babydoll’ van de bepaald niet onbekende Laurie Anderson zeggen haar hersenen tegen haar: “Waarom zoek je geen échte baan?” Zelf weet ik een degelijke ambachtsman te zijn, maar de resultaten vallen toch vaak wat tegen… Meestal sloop ik dan het werk. Soms laat ik het daarbij en anders probeer ik een tweede of derde versie.

Enkele objecten, als ‘Niets en niemand’ en ‘Val van de engel’, namen zo jaren in beslag. Andere haalden de eindstreep niet en weer andere werden na voltooiing afgebroken of verscheurd. Honderd procent bezig met kunst was ik nooit, maar terugkijkend is mijn productie laag, met gemiddeld twee á drie resterende werken per jaar. Verzonken zijn in je eigen beleving betekent daarnaast dat wat jij geslaagd vind door beschouwers regelmatig als minder interessant wordt gekenmerkt én omgekeerd. (Galerij en Blog: eigen werk.)

Op de afbeelding twee objecten (uit midden jaren negentig) die nog wel werden gefotografeerd, maar kort daarna vernietigd: links ‘Dioscuren’ en rechts ‘Tijding van de dood’.

Februari 2023.