John Kersten

Beeldende Kunst

Wagner Nietzsche libretto Zarathoestra

Friedrich Nietzsche.

Op een zoveelste druilerige ochtend, waar ik wat mistroostig aan begin, staat in dagblad ‘Trouw’ dit aan de Duitse filosoof (en groot stilist) Friedrich Nietzsche toegeschreven citaat: “Belangrijk om te aanvaarden: dat de wereld niet op stabiliteit aankoerst, op een evenwicht of eeuwige zonneschijn.” Mijn dag is daarna wel een stuk zonniger!

Mocht er voor ongelovigen zoiets als een bijbel bestaan, dan was dat voor mij als jongeman ‘Aldus sprak Zarathoestra’, Nietzsche’s belangrijkste werk. Hijzelf noemde dit boek “het grootste geschenk aan de mensheid”… Voor de niet bepaald bescheiden filosoof was een dergelijke opmerking geen uitzondering. Meningen van anderen lopen vér uiteen…

“Hier ben ik gezeten, wachtende, oude verbrijzelde tafelen om mij heen en ook nieuwe half-beschreven tafelen. Wanneer komt mijn uur? – uur van mijn nedergang, ondergang: want nog éénmaal wil ik tot de mensen gaan.” (Vertaling door Endt en Marsman, circa 1939: er is een modernere versie van Ria van Hengel uit 2013, die ik niet ken.)

Zomaar een willekeurig citaat op een bladzijde die ik open sla… ’Zarathoestra’ is vooral een dichterlijke uitbeelding van de wijsbegeerte van Nietzsche. (Het boek ‘overviel’ hem, schreef hij in zijn wat narcistische autobiografie ‘Ecce Homo’.) Het ’neo-sacrale’ taalgebruik stuitte ook op kritiek, maar het is deels daardoor dat het boek zoveel weerklank vond.

Nietzsche’s werk zit vol schijnbare tegenstrijdigheden en het mist een grondgedachte, waardoor het geen filosofie is in de gangbare zin van het woord. Zijn teksten lijken bouwstenen voor een onvoltooid gebleven magnum opus. In het algemeen valt wel te zeggen dat Nietzsche’s wijsbegeerte een filosofie is van de wil (net als bij Schopenhauer).

Het bewustzijn, verstand en intellect zijn slechts dienaren van de wil. “Want wat is vrijheid? Dat we de wil hebben verantwoordelijk te zijn voor onszelf. Dat we de distantie, die ons afzondert, handhaven. Dat we onverschilliger worden voor zorgen, moeilijkheden, ontberingen, zelfs voor het leven.” (Uit ‘Afgodenschemering’, vertaling Driessen, 1997.)

De invloed die het werk uitoefende kent meerdere gezichten. Was Nietzsche aanvankelijk (nog vrij van agressieve geldingsdrang) de brenger van een nieuwe openheid, zijn latere geschriften hebben de slogans geleverd voor een ‘moraal zonder medelijden’. Het ontluisterende misbruik van zijn filosofie door de nazi’s bracht dat duidelijk aan het licht.

In dat latere werk werd de woordkeuze steeds hartstochtelijker en schriller van toon. Over een van zijn aanvallen op het christendom schreef hij aan Georg Brandes: “… het eindigt in donder en bliksem tegen alles wat christelijk is… Ik zweer u dat we binnen twee jaar de hele aarde stuiptrekkingen zullen bezorgen. Ik ben het noodlot (van de wereld).”

Nietzsche stortte ineen. Hij werd opgenomen en leefde nog elf jaar in waanzin… Ironisch genoeg valt deze periode samen met het begin van zijn beroemdheid. Zijn ‘Aldus sprak Zarathoestra’ zou, na de bijbel, het door de Duitse soldaten in de Eerste Wereldoorlog meest gelezen boek zijn. Dat lijkt mij (zelfs al werd het blijkbaar gratis uitgedeeld) apocrief.

Ik kan niet zeggen waar Friedrich Nietzsche’s invloed op mijn beeldend werk zichtbaar zou moeten zijn. Evenmin heb ik veel van hem gelezen, al las ik in ‘Zarathoestra’ meermaals. Maar dat de romantische, dichterlijke toonzetting van dat boek grote invloed had op mijn persoonsvorming en de manier waarop ik naar de wereld kijk, staat buiten kijf.

Op de afbeelding is links Richard Wagner te zien, rechts Nietzsche. Muziek was belangrijk voor hem: “Zonder muziek was het leven een vergissing”. Nietzsche vereerde Wagner, maar hij brak met hem omdat deze met zijn opera ‘Parsifal’ (titelblad van het libretto in het midden) een knieval zou maken voor het christelijke ideaal het leven te verzaken.

Juli 2016.