John Kersten

Beeldende Kunst

portret Edith Schiele Den Haag Wenen

Een te kort leven: Schiele.

Mijn interesse in vooral de abstracte(re) kunst is gelukkig geen wet van Meden en Perzen. Een belangrijke uitzondering blijft de expressionistische kunstenaar Egon Schiele. Die leefde van 1890-1918 en werkte voornamelijk in en rond Wenen. Schiele had een moeizame jeugd en de afwijzing door zijn naasten (beide ouders en later zijn voogd, terwijl hij een wat incestueuze relatie met zijn zusje Gertrude had) viel hem zwaar. Maar er waren altijd vrienden en al vroeg begunstigers. Dat neemt niet weg dat hij zich aanvankelijk financieel slechts met moeite staande kon houden.

In 1909 verliet Schiele de kunstacademie, waar het nooit had willen boteren tussen de provocatieve student en de conservatieve leraren. Daarna werd hij al spoedig succesvol. Hij ontmoette de schrijver en kunstcriticus Arthur Roessler en via deze belangrijke verzamelaars. Maar hij kwam eveneens regelmatig in conflict met zijn omgeving door zijn opruiende en als immoreel beschouwde gedrag. Hij belandde zelfs kort in de gevangenis vanwege ontvoering van een minderjarig meisje en, toen dat een ongegronde aanklacht bleek, vanwege zijn ‘onzedelijke’ tekeningen.

Schiele’s obscene werk en zijn voorkeur voor jonge meisjes maakten hem lang omstreden. De beroemde schilder Oskar Kokoschka, net als Egon Schiele indertijd een revolutionair én verguisd kunstenaar, liet zich nog in 1964 wat laatdunkend uit over die ‘pornograaf’. De belangstelling voor zijn werk bleef echter groeien. Al in 1912 nam hij deel aan talrijke tentoonstellingen en het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog veranderde daar in eerste instantie weinig aan. In 1915 besloot hij te trouwen met Edith Harms, voor wie hij zijn toenmalige minnares en model Wally Neuzil verliet.

Dat bracht hem in een burgerlijk milieu, wat wonderwel bleek te passen. Een paar dagen na zijn huwelijk moest hij in militaire dienst, maar werd niet naar het front gestuurd. Schiele kon (na een korte periode in Praag) blijven schilderen, met toenemend succes. Zijn deelname aan de tentoonstelling van de Wiener Secession in maart 1918 betekende een nationale doorbraak. En toen, in de herfst van dat jaar, raakte de zwangere Edith dodelijk besmet met de Spaanse Griep, een epidemie die velen raakte in Europa. Egon Schiele, eveneens besmet, stierf drie dagen later.

Schiele is voornamelijk bekend om zijn seksueel getinte tekeningen en schilderijen. Maar bijvoorbeeld een aquarel, waarop een meisje het overdreven groot lid van de schilder vasthoudt, ‘De rode hostie’ noemen komt op mij vooral puberaal over, al was het destijds voor burgerij en clerus schokkend. Zijn kwaliteiten komen toch in de eerste plaats naar voren in de portretten van het ‘latere’ werk (toen hij halverwege de twintig was!), waar in schitterende kleuren nu ook de tederheid een plaats krijgt. De erkenning en het stabielere bestaan zijn daar ongetwijfeld debet aan.

Het werk werd in deze periode realistischer, zachter van vorm en gedetailleerder. En met thema’s als de dood en het moederschap ook complexer. Het laatste wat Egon Schiele maakte waren schetsen van zijn vrouw in de dagen tussen haar dood en de zijne. Op de foto is een groot deel van een portret van Edith te zien. Een schilderij in het bezit van het Gemeentemuseum Den Haag en van ontroerende schoonheid. Dit werk is, voor zover mij bekend, het enige in de Nederlandse musea. (De meeste tekeningen en schilderijen zijn te vinden in het Leopold Museum in Wenen.)

Mei 2016.