John Kersten

Beeldende Kunst

Cesare Pavese Italië schrijver citaten

Een bijzondere schrijver.

Cesare Pavese (1908-1950) was een belangrijke Italiaanse schrijver, dichter en vertaler. Op het hoogtepunt van zijn roem en nog maar eenenveertig jaar beëindigde hij zijn leven. Verder is zijn biografie elders te vinden, hier komt allereerst de schrijver zélf aan het woord.

Zijn invloed op mij? Ik was vooral op jongere leeftijd erg geïnteresseerd in literatuur en schreef ook af en toe fictie. Het werk van Pavese maakte mij ten enenmale duidelijk daarin nooit een soortgelijk niveau te kunnen bereiken… Sindsdien beperk ik mezelf tot non-fictie.

Dat neemt niet weg dat ik van zijn boeken genoten heb en dat nog doe, voor zover ik het ken: enkele romans, verhalen (in Nederland gebundeld als ‘Stilte in augustus’) en zijn journaal ‘Il mestiere di vivere’ (‘Leven als ambacht’), waaraan hij tot kort voor zijn dood werkte.

Uit de laatste dagen in dat dagboek: (17 augustus) “(…) Voor het eerst maak ik de balans op van een jaar dat nog niet om is. In mijn vak ben ik dus koning. (…) In mijn leven ben ik wanhopiger en verlorener dat toen. (…) Op deze aarde heb ik niets meer om te verlangen, behalve datgene wat vijftien jaar van falen voortaan uitsluit. Dit is de balans van het jaar dat nog niet voltooid is, dat ik niet zal voltooien.” (18 augustus) “Wat men in het diepste geheim vreest gebeurt altijd. (…) Hoe duidelijker en preciezer de pijn is, des te meer weert het levensinstinct zich, en dan zakt de gedachte aan zelfmoord weg. (…) Dit is allemaal weerzinwekkend. Geen woorden. Een gebaar. Ik schrijf niet meer”. (Vertaling door Haakman, 1991.)

Het dagboek schreef Pavese in de eerste plaats voor zichzelf waardoor het onmogelijk volledig te volgen is. Zijn romans en verhalen zijn toegankelijker. De laatste roman ‘La luna e i falò’ ( ‘De maan en het vuur’, 1949) wordt veelal beschouwd als zijn beste. Het is zeker een prachtig boek en voor mij de moeite waard het meermaals te lezen.

Het begin: “Het heeft zijn reden dat ik ben teruggegaan naar dit dorp, en niet naar Canelli, naar Barbaresco of Alba. Ik ben hier niet geboren, dat staat wel bijna vast: ik weet niet waar ik geboren ben, hier in de buurt is er geen huis, noch een stukje grond, noch zijn er beenderen, zodat ik kan zeggen: : “Dit is wat ik was voordat ik was geboren. “ (…) Wie zal zeggen uit welk vlees ik geschapen ben? Ik heb genoeg over de wereld gezworven om te weten dat alle vlees goed is en gelijkwaardig, maar daarvan wordt je moe en je probeert wortel te schieten, grond en dorp voor jezelf te krijgen, dat je vlees ergens voor dient en wat langer duurt dan het gewone verloop van de seizoenen.” (Vertaling door Nord, 1968.)

De belangstelling die Pavese had voor mythologie blijkt allereerst uit het schitterende ‘Dialoghi con Leucò’ (’Gesprekken met Leuco’ 1947), dat bestaat uit conversaties over ‘la condition humaine’ (binnen de natuur van geboren worden, leven en sterven creëert de mens haar eigen staat door werkproces/ -product, relatie en contemplatie).

Een arbitraire keuze (uit ‘Gesprek tussen Sappho en Britomartis’): “SAPPHO: Het is hier eentonig, Britomartis. De zee is eentonig. Je bent hier nu al zo lang, verveel jij je niet? BRITOMARTIS: Je had het meer naar je zin toen je een sterveling was, dat weet ik. Want schuimende golven te worden voldoet jullie niet. En toch zoeken jullie de dood. Deze dood. Waarom heb je hem gezocht? SAPPHO: Ik wist niet dat het zo zou zijn. Ik geloofde dat alles zou eindigen met de laatste sprong. Dat de begeerte, de onrust en de drift zouden doven. De zee verzwelgt, de zee vernietigt, zei ik tot mezelf. BRITOMARTIS: Alles sterft in de zee en komt weer tot leven. Nu weet je het.” (Vertaling door Van Gruting-Venlet en Tanvanti-Van Gruting, 1987.)

Dit boek lag naast hem bij zijn overlijden, met verder een laatste wens: “Ik vergeef iedereen en ik vraag iedereen vergiffenis. Akkoord? Klets niet teveel.” Op de foto’s vanzelfsprekend Cesare Pavese en wat oude uitgaves (in het Italiaans) van de hier genoemde boeken.

Maart 2018.