John Kersten

Beeldende Kunst

alchemie verbeeld kunst Maier Van Lennep

Alchemie in beeld.

De ‘oude’ kunst is voornamelijk figuratief, maar het verbeelden van de beginselen van alchemie met eenvoudige meetkunde dateert al uit de middeleeuwen. Mijn interesse volgde de omgekeerde weg. In mijn herinnering zijn het allereerst afbeeldingen uit een latere periode die mijn aandacht vingen, emblemata uit Michael Maier’s traktaat ‘Atalanta fugiens’ (1617). En door de geometrie met name nummer XXI: “Maak een cirkel van het mannelijke en het vrouwelijke. Trek daaruit een vierkant en uit het vierkant een driehoek. Teken een cirkel en je bekomt de steen der wijzen.”

Een afbeelding van het origineel in waarschijnlijk een catalogus van een tentoonstelling over alchemie dat ik had. Met zekerheid is dat echter niet te zeggen, want het boek verdween, met een paar andere, op mysterieuze wijze uit mijn collectie… Intussen heb ik een tweede, nog lijviger, publicatie over (de geschiedenis van) deze occulte praktijk dat eenieder aan te raden valt: ‘Alchemie’ van Jacques van Lennep (Gemeentekrediet, 1984). Van die uitgave maak ik hier gebruik, hoewel mijn door de alchemie geïnspireerde kunstwerken zijn ontstaan met gegevens van andere herkomst.

Het woord alchemie heeft waarschijnlijk een Arabische oorsprong, ‘al-kimiya’, wat ‘de kunst van transmutatie’ betekent. De bedoeling was dan ook ten eerste wat je voorwetenschappelijke scheikunde kunt noemen: het proberen goud te maken uit gewone metalen. Ten tweede was het een mystieke zoektocht waarbij goud het symbool is voor het bereiken van een staat van (goddelijke) verlichting. De vele alchemistische teksten zijn vaak ondoorzichtig en tegenstrijdig, met talloze interpretaties achteraf. In dit kort bestek moet ik mij daarom tot een schets beperken.

De (mythische) oorsprong ligt in het oude Egypte en kort na Christus zijn de eerste oorspronkelijke teksten te vinden binnen wat de hellenistische wereld was. Langs Arabieren en Byzantijnen ging het in de twaalfde eeuw naar het Westen over. Voor de middeleeuwer was het haast ondoenlijk onderscheid te zien tussen het geloof en het bestaande. Daarom werd deze occulte praktijk soms gezien als ‘zwarte’ magie, soms als wetenschap en soms als mystiek. Marginaal was de alchemie in ieder geval niet, al maakte het nooit formeel deel uit van het universitaire onderwijs.

De alchemistische symboliek laat zeker een duistere en complexe indruk achter. Dat komt niet in de laatste plaats omdat de zinnebeelden echt overal vandaan komen: uit de astrologie, de mythologie, uit de evangeliën, de kabbala en de heraldiek. Soms ook staan de illustraties los van de tekst of vermengen ze verschillende inspiratiebronnen. In mijn werk maak ik vaak gebruik van symbolen en tekens. Die kunnen dan binnen de alchemistische kunst voorkomen, maar niet alleen daar. En meestal kan ik onmogelijk zeggen waarvandaan ik het oorspronkelijk heb.

Zo gebruikte ik de ‘ouroboros’ in een vroeg beeld, ‘Aeon’ en kort geleden nog in mijn tekening ‘Oorsprong’: zie de galerij van deze website. De ‘slang (soms draak) die in zijn eigen staart bijt’ is een van de oudste zinnebeelden en verwijst naar de cirkel van het universum. Al heeft het uiteenlopende betekenissen binnen de alchemie, de kern is dat van het ‘hermetisch zegel’: het omsluiten van het geheel van de benodigde handelingen. Maar dit symbool, de kosmische eenheid en de eeuwige cyclus, is evengoed buiten de alchemie te vinden, zelfs in de Azteekse mythologie. (Galerij)

De alchemistische kunst is vooral te vinden vanaf de veertiende eeuw. Het eerste kwart van de zestiende eeuw is het hoogtepunt van de geïllustreerde traktaten te noemen. Onder andere de belangstelling van enkele vorstenhoven voor de alchemie zorgde voor de bekostiging daarvan. Ook de opkomst van de Rozenkruisers speelde een rol. In die tijd werd deze occulte praktijk min of meer als wetenschap beschouwd. Michael Maier bijvoorbeeld was arts en filosoof. Een eeuw later begon met de groeiende wetenschappelijke kennis van allereerst de scheikunde het verval.

Op de afbeelding boven gedeeltelijk emblemata XXI. Alleen zwavel (het mannelijke) kan kwik(-zilver, het vrouwelijke) fixeren. De cirkel die hieruit voortkomt is de microkosmos (materie). Het vierkant daar omheen is dat van de elementen (aarde, water, vuur en lucht), de driehoek staat voor lichaam, geest en ziel. Deze wordt dan weer omsloten door de macrokosmos (het universum). Dit idee gebruikte ik in een serie door de alchemie geïnspireerde geometrische tekeningen die te vinden is op de ‘over…’ pagina van deze website. Daaronder een ‘ouroboros’ op emblemata XIV. (Over…)

December 2019.