John Kersten

Beeldende Kunst

Expressionisme Duitsland Grosz oorlog

Expressionisme in Duitsland.

“De zon heeft mij getroost en de maan, de wind die over een plas streek en het water in vluchtige kringen deed golven, het gras dat in het voorjaar groeide tussen de stenen van de binnenplaats, een vriendelijke blik, een groet van de mensen waarvan ik hield, de vriendschap van mijn kameraden, het geloof in een wereld waarin rechtvaardigheid, vrijheid en menselijkheid zullen zegevieren, in een wereld waarin niemand bang hoeft te zijn en niemand honger lijdt. Ik ben dertig jaar. Mijn haar wordt grijs. Ik ben niet moe.”

Het besluit van Ernst Toller’s ‘Eine Jugend in Deutschland’ uit 1933, een citaat waarin hij zijn gevoelens in en na vijf jaar cel beschrijft. Deze tekst is exemplarisch voor het denken van veel expressionisten uit Duitsland. Het was allereerst een levenshouding met als kenmerk een fel verzet tegen alles wat afhoudt van absolute waarheid en individuele vrijheid. Het Duits expressionisme (de term ‘expressionisme’ was aanvankelijk een aanduiding voor een groep Franse fauvisten) is te plaatsen tussen 1905 en pakweg 1923.

Criticus Paul Fechter omschrijft (in de verhandeling ‘Der Expressionismus’ uit 1914) een expressionist als iemand die niet alleen uitdrukking geeft aan eigen gevoelens, maar evenzo aan de denktrant en idealen van zijn tijd. Overigens was dat voor Fechter synoniem aan de Duitse ‘Zeitgeist’ en een ‘metafysische noodzaak’. Die these is daarmee wel een aanzet tot een concept van nationaal expressionisme, terwijl tegelijkertijd karakteristiek is dat door subjectiviteit universele waarheden te ontsluiten moeten zijn.

Het keizerlijke Duitsland valt in de periode tussen 1890 en 1914 te kenschetsen door koloniale expansie, een nooit eerder vertoonde stedelijke groei en steeds sterkere industrialisatie. Dat leek uit te monden in een onpersoonlijke massamaatschappij en in die snelle transformatie voelden vele mensen zich misplaatst en vervreemd. Ook de tradities en esthetische opvattingen, bijvoorbeeld te zien in de promotie van conservatieve en nationalistische kunst in door de staat betaalde salons, wekten toenemende weerzin.

Tegenover die traditionele sociale en artistieke waarden stelde het expressionisme een passionele subjectiviteit. In de meest radicale vorm streefde het naar een vernietiging van het bestaande, want pas daarna zou er een nieuwe, vrije wereld ontstaan. Geen wonder dat velen de Eerste Wereldoorlog zagen als de apocalyps die de verrotte samenleving zou louteren. Het enthousiasme waarmee de strijd tegemoet werd gezien verdween al snel toen dat ontaardde in een loopgravenoorlog zonder duidelijk doel.

Een aantal kunstenaars is wereldberoemd geworden deels door hun verbeelding van die oorlogsverschrikkingen: Max Beckmann, Ernst Barlach, Käthe Kollwitz en Otto Dix. Het individualistische karakter van het expressionisme, wat gemakkelijk commercieel uit te baten bleek, kreeg ook kritiek, bijvoorbeeld van George Grosz. Maar vooral de werken waarin die zijn bijtende kijk op het leven in de moderne stad verbeeldt sluiten wel degelijk aan bij de sociaal-kritische kant die het expressionisme net zo goed heeft.

De laatste jaren van de oorlog sloeg door alle gruwelen de balans door naar een vaag socialistisch pacifisme. De meeste expressionisten sloten zich aan bij de ‘arbeiders-/ soldatenraden’ die eind 1918 de macht probeerden te grijpen en streefden nu naar internationale verbroedering. Zonder concrete plannen werd echter met hun welgemeende, maar romantische en verwarde, ideeën de chaos eerder versterkt dan bestreden. (Ook daarvoor is de nogal zwalkende tekst van Toller hierboven exemplarisch.)

Toen hun idealen niet te realiseren bleken, haakten de meeste expressionisten teleurgesteld af. Tussen 1918 en 1923 is de stroming toonaangevend geworden en dat betekende eveneens het einde van het streven naar hervorming. Het expressionisme werd overvleugeld door andere avant-gardes die zich er tegen afzetten. Na 1933 wachtte het lot van alle door de nazi’s als ‘entartet’ omschreven kunst. Op de foto een deel van George Grosz’ schilderij ‘Explosion’: totale destructie… (Bauhaus en het ‘nieuwe bouwen’)

September 2017.